Saxoulmus
Passer ammodendri

Algemeen

English: Saxaul Sparrow
Deutsch: Saxaulsperling
Français: Moineau des saxaouls, Moineau-saxaul
Taxanomie: Passer ammodendri Gould, 1872*, Turkestan = Djulek, above Kyzyl Orda, on the Syr Darya, Kazakhstan.

Uiterlijke kenmerken

De saxoulmus is bleek zandkleurig of grijsbruin van kleur. Een volwassenen man heeft een zeer kenmerkende hoofd en gezicht patroon. Het midden van het voorhoofd richting nek is zwart (toont soms bleke randen en tips), de zijkanten van het voorhoofd zijn bleek tot witachtig, de kroon is bleek lichtbruin tot oranjebruin of zandkleur, iets achter het oog en de achterkant van de ooraanzet is zwart, wangen en oor zijn lichtgrijs tot bruingeelachtig.

Juvenielen en eerste-winter saxoulmussen lijken sterk op een volwassen vrouwtje, maar er is geen donkere keelvlek, en de kroon is ook meestal niet zo donker of zwartachtig als dat bij een volwassen mus hoort.

Geluid

De saxoulmus produceert melodisch gestilp met een korte fluitje.

Ondersoorten:

De saxoulmus heeft 3 ondersoorten, zoals hieronder weergegeven.

 

Passer ammondendri ammodendri Gould, 1872* = nominaat

Adult man breeding: zeer onderscheidend kop-patroon, met lichtbruine tot bruinoranje kanten richting nek; grijsbruin lichaam met zwarte strepen op mantel.

Adult pop breeding: valere of doffere versie van de man; grijs gezicht met een donkere grijze kin- en keelvlek.

 

Grootte/Size/Größe/Taille: 13-16 cm (5½ - 6¼ inch.)
Vleugel/Wing/Flügel/Aile: 72-81 mm (male) 71-78 mm (female)
Staart/Tail/Schwanz/Queue: 63-69,5 mm
Poot/Tarsus/Bein/Tarse: 19-20 mm
Snavel/Culmen/Schnabel/Bec: 10-13 mm
Gewicht/Weight/Gewicht/Poids: 43-60 g (male), 31-45 g (female)

 

Leefgebied: zuid Kazachstan en noord Uzbekistan (Kyzylkum woestijn); Turkmenistan (Karakum woestijn); eventueel noordoost Iran.

 

Passer ammondendri nigricans Stepanyan, 1961*

Adult man breeding: veel zwarter en enigszins bredere strepen op de mantel en bovenrug als de nominaat. Staartveren met zwarte vlekken.

Adult pop breeding: vergelijkbaar met de nominaat.

 

Leefgebied: zuidoost Kazachstan (Sary-Ishikotrau woestijn), noordwest China (noord Xinjiang) en extreem zuidwest Mongolië.

 

Passer ammondendri stoliczkae Hume, 1874*

Adult man breeding: veel warmer bruin dan nominaat met levendige oranjebruine kanten langs kroon en nek.

Adult pop breeding: warmer vaal geelbruin dan nominaat; prominente bleke zandkleurige wenkbrauw enuiteinden van de binnenste vleugeldekveren.

 

Leefgebied: China van zuid Xinjiang (Kashgar en Taklimakan woestijn) oost tot west binnenland Mongolië en noord Ningxia (Ordos woestijn); zuidcentraal Mongolië (Gobi woestijn).

 

Niet erkende of oude ondersoorten:

  • Passer ammondendri korejewi (beschreven in oost Transcaspia), is ondergebracht bij de nominaat Passer ammondendri ammondendri
  • Passer ammondendri timidus (beschreven in Gobi woestijn), is ondergebracht bij Passer ammondendri stoliczkae

Verspreidingsgebied en biotoop

 

De saxoulmus komt voor in woestijnen, oases, woestijn-riviervalleien en in de uitlopers hiervan; meestal niet ver van de struiken; saxoul (Haloxylon ammodendron), tamarisk ((Tamaricaceae) of populier, poppel of peppel (Populus) kreupelhout. Soms ook gevonden in de buurt langs woestijn nederzettingen.

De saxoulmus dankt zijn/haar naam aan het struikgebied waar hij/zij het meest voorkomt, dit komt ook terug in zijn/haar wetenschappelijke naam.

Huisvesting

De saxoulmus verbrengt veel tijd door tussen de struiken, plant dus in de volière struiken, waar ze zich in kunnen verbergen en voedsel kunnen zoeken.

Denk bijvoorbeeld aan saxoul (Haloxylon ammodendron) en tamarisk ((Tamaricaceae). Pas ze met snoeien aan als ze te groot worden voor de volière.

Populier, poppel of peppel (Populus) takken kun je eventueel gebruiken als zitstokken.

Sociale eigenschappen

De saxoulmus is een verlegen en altijd op de hoede vogel. Ze zitten veel tijd verborgen tussen de bladeren en zijn vaak moeilijk te benaderen. 

In de winter vormen ze een groep samen met de Spaanse - (Passer hispaniolensis), huis- (Passer domesticus) en ringmussen (Passer montanus).

Voeding

De saxoulmus eet voornamelijk zaden van saxaul en andere struiken, soms ook zaden van beschikbare planten in hum leefgebied. In de lente eten ze ook insecten.

De jongen worden voormaelijk met insecten grootgebracht; voornamelijk snuitkevers, sprinkhanen, kleine kevers en rupsen.

Rondom de menselijke nederzettingen eten ze ook gemorst graan. Ze maken regelmatig uitstapjes om te drinken en vliegen daarom heen en weer.

Voortplanting

 

 

* Naam van de eerste auteur die deze vogelsoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde.
Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staat de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.