Afghaanse sneeuwvink
Pyrgilauda theresae

Algemeen

English: Afghan Snowfinch, Afghan Ground-sparrow, Bar-tailed Snowfinch, Meinertzhagen's Snow Finch, Theresa's Snow Finch
Deutsch: Afghanenerdsperling, Afghanenschneefink
Français: Niverolle d'Afghanistan
Taxanomie: Montifringilla theresae R. Meinertzhagen, 1937*, Shibar Pass, northern Afghanistan.

Uiterlijke kenmerken

Volwassen Afghaanse sneeuwvinken zijn grijsbruin, met zwarte wangen, kin en sommige strepen van de mantel en de schouders, een warmkleurig geelbruin lichaam; bleke of witte tips aan middel- en grote veren.

 

Grootte/Size/Größe/Taille: 13,5-15 cm
Vleugel/Wing/Flügel/Aile: 84,5-99 mm (male), 87-96 (female)
Staart/Tail/Schwanz/Queue: ...... mm
Poot/Tarsus/Bein/Tarse: ...... mm
Snavel/Culmen/Schnabel/Bec: 14-15 mm (male), 13-15 (female)
Gewicht/Weight/Gewicht/Poids: 23-35 g (male), 24-28 g (female)

Monotypisch

De Afghaanse sneeuwvink is monotypisch, dwz dat er geen ondersoorten bekend zijn. 

Verspreidingsgebied en biotoop

Leefgebied: noord Afghanistan (noord Hindu Kush Mts) en extreem zuid Tajikistan. Sommige van deze vinken migreren naar zuid Turkmenistan.

Huisvesting

 

Sociale eigenschappen

 

Voeding

 

Voortplanting

 

 

 

 * Naam van de eerste auteur die deze vogelsoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde.
Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staat de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.