Adams' sneeuwvink
Montifringilla adamsi

Algemeen

English: Black-winged Snowfinch, Adam's Snow Finch, Tibet Snowfinch, Tibetan Snowfinch
Deutsch: Adalsschneesperling, Adamsschneefink, Adams-Schneesperling
Français: Niverolle du Tibet, Niverolle d'Adams
Taxanomie: Montifringilla Adamsi Adams, 1859*, Ladakh, India.

Uiterlijke kenmerken

De Adams' sneeuwvink heeft een grijs-bruine kop met een zwakke bleke oogstreep en een snorstreep. Deze vink heeft een zwarte kin en keel met kleine witachtige veeruiteinden. De rug van deze sneeuwvink is grijs-bruin. Man en pop zien er hetzelfde uit.  

Ondersoorten

De Adams' sneeuwvink heeft 2 ondersoorten, zoals hieronder beschreven.

 

Montifringilla adamsi adamsi Adams, 1859* = nominaat

Grootte/Size/Größe/Taille: 17 cm
Vleugel/Wing/Flügel/Aile: 109-117 mm (male), 106-115 (female)
Staart/Tail/Schwanz/Queue: 66-75 mm
Poot/Tarsus/Bein/Tarse: 21-22 mm
Snavel/Culmen/Schnabel/Bec: 16-17,5 mm (from skull)
Gewicht/Weight/Gewicht/Poids: ...... g

 

Leefgebied: noord Kashmir en Ladakh noordoost langs het noorden van het Tibetan Plateau tot Kunlun Shan (in Xinjiang), en zuidwest langs de Himalaya keten tot Sikkim (noord India).

 

Montifringilla adamsi xerophila Stegmann, 1932* 

Deze ondersoort is over het algemeen bleker, met strepen op de mantel en de rug, deze zijn minder opvallend dan bij de nominaat (Montifringilla adamsi adamsi).

 

Grootte/Size/Größe/Taille: 17 cm
Vleugel/Wing/Flügel/Aile: ...... mm
Staart/Tail/Schwanz/Queue: ...... mm
Poot/Tarsus/Bein/Tarse: ...... mm
Snavel/Culmen/Schnabel/Bec: ...... mm
Gewicht/Weight/Gewicht/Poids: ...... g

 

Leefgebied: centraal China van het noordoosten Qinghai (Qilian Shan) zuid tot oost van het Tibetan Plateau en zuidcentraal Sichuan (Litang).

Verspreidingsgebied en biotoop

 

 

De Adams sneeuwvink komt op onvruchtbare bergtoppen of plateaus met veel keien van de Tibetaanse semi-woestijn, meestal tussen de 3500 m en 5200 m hoogte. Deze vink is ook vaak in de nabijheid van stromen te vinden. Soms zie je deze sneeuwvink ook op steppen, terrassen, rotsachtige hellingen van kliffen en boven riviervalleien.

Huisvesting

 

Sociale eigenschappen

 

Voeding

De Adams'sneeuwvink foerageert op de grond, vaak aan de randen van de smeltende sneeuw, op zoek naar een verscheidenheid van kleine insecten en zaden van alpiene planten. (planten uit het hooggebergte; grassen en kruidachtige planten). Deze vink vangt insecten uit de lucht tijdens zijn vlucht.

Voortplanting

 

 

 

* Naam van de eerste auteur die deze vogelsoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde.
Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staat de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.