Rood guichelheil of Gewoon guichelheil

Wetenschappelijk: Anagallis arvensis

guichelheil is een samenstelling van guichel (gekheid of razernij) en heil (helen), omdat men dacht dat guichelheil geestesziekten en melancholie kon genezen.

Anagallis komt van het Griekse woord anagelao (ik lach), eveneens vanwege het vermeende effect dat melancholie door het gebruik van dit plantje kon worden verdreven.

Arvensis betekent " op akkers groeiend" .

English: Scarlet Pimpernel (Shepherd´s-Weatherglass, Poor-Man´s-Weatherglass)

Deutsch: Acker-Gauchheil
Français: Mouron rouge

Familie: Sleutelbloemfamilie, Primulaceae
Geslacht: Anagallis, Guichelheil

Niet aan de vogels geven, zeer giftige plant!

 

Afmeting: 5 - 50 cm.
Levensduur: Eenjarig. Therofyt (geen winterknoppen).
Bloeimaanden: Mei, juni, juli, augustus, september en oktober. (V-X)
Wortels: Worteldiepte tot 20 cm.
Stengels: De liggende of opstijgende stengels wortelen niet. Ze zijn vierkantig en kaal.
Bladeren: Eirond tot langwerpig eironde, tegenoverstaande of zelden in kransen van 3 zittende bladeren zonder steel. Zwarte klierpuntjes aan de onderkant. 
Bloemen: Rode of vleeskleurig, soms lila, paars, blauw of groen kleurige bloemen, tweeslachtig (mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen, Lang gesteeld; bloemkroon is even lang of iets langer dan de kelk, de rand van de kroonslippen is dicht klierachtig gewimperd met meer dan 30 klieren. De kroonbladen zijn 7mm lang en 6 mm breed en bedekken elkaar aan de randen, een gave of zwak gekarteld. De kelkbladen hebben een gave rand.
Vruchten: Doosvrucht. Na de bloei krommen de bloemstelen zich. De zaden zijn zwart en langlevend (> 5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
   
Biotoop: Zonnige, zelden licht beschaduwde plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, vaak kalkhoudende, minerale grond (lemig zand, leem, zavel, löss, klei, mergel en stenige plaatsen).
Groeiplaatsen: Akkers (vooral op het stoppelveld), wijngaarden, moestuinen, zeeduinen (o.a. langs duinpaden), langs spoorwegen (spoorwegterreinen), stroomruggen, langs voetpaden, bermen (open of omgewerkte plaatsen), braakliggende grond, afgestoken greppelkanten, drooggevallen zandplaten, onder struiken in plantsoenen en bossen (langs vochtige bospaden).
Verspreiding: Over de gehele wereld in gbeiden met een gematigd of warm klimaat. Rood guichelheil komt oorspronkelijk uit het Middellandse-Zeegebied..
Algemeen: oorsponkelijk inheems, niet bedreigd
Informatie: GIFTIG

 

Bijzonderheden:

Guichelheil (Anagallis arvensis) en blauw guichelheil (Anagallis coerulea) lijkt veel op vogelmuur (Stellaria media), Duinvogelmuur (Stellaria pallida) of Heggevogelmuur (Stellaria neglecta)door ongeveer dezelfde groeiwijze, maar de bloemetjes van de vogelmuur-soorten zijn wit en niet giftig. 

De witte bloempjes van de vogelmuur soorten staan de gehele dag open, terwijl de rode bloempjes van guichelheil (Anagallis arvensis) en de blauwe bloempjes van blauw guichelheil (Anagallis coerulea) allen maar open zijn gedurende de ochtend tot ongeveer 14.00 uur. Bij regenachtig en bewolkt weer gaan de bloempjes zelf niet open.

Blauw guichelheil (Anagallis coerulea) moet niet verward worden met de blauwe vorm (Anagallis arvensis subsp. foemina) van rood guichelheil (Anagallis arvensis subsp. arvensis).

 

Terug naar Onkruiden; zaden, groen, vruchten en bessen voor vogels