Vogelmuur

Wetenschappelijk: Stellaria media

Stellaria komt van het Latijnse stella (ster), hetgeen slaat op de 5 tweedelige kroonbladen, die als een sterretje uitstaan. Media betekent " middelste" .

English: Common Chickweed (Nodding Chickweed)

Deutsch: Vogelmiere
Français: Mouron des oiseaux

Familie: Anjerfamilie, Caryophyllaceae
Geslacht: Stellaria, Sterrenmuur

Vogelmuur is een prima voedselplant (groenvoer en oliehoudend zaad) voor vogels. Blad en zaad zijn gewild als vogelvoer. 

Bijna alle zaadetende vogels eten het zaad van vogelmuur, maar ook de bladeren en de stengels worden verorberd.

 

Afmeting: 10 - 40 cm.
Levensduur: Eenjarig, zelden overblijvend. Therofyt (geen winterknoppen).
Bloeimaanden: het gehele jaar door (I-XII), piek van maart tot mei (III-V)
Wortels: Vogelmuur heeft één wortelstelsel, soms ontstaan bijwortels. Worteldiepte tot 10 cm.
Stengels: Op de grond liggende ronde stengels met onder de knopen 1 rij haren. Vogelmuur groeit in plakkaten.
Bladeren: Eirond tot elliptisch spitse wintergroene blaadjes, langer dan 7 mm, met een lange steel, alleen de bovenste blaadjes hebben geen steel.
Bloemen: Witte bloemen van 0,8-1 cm grroot, tweeslachtig (mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen), kroonbladen zijn diep 2-delig en bijna even lang dan de kelkbladen: 3 tot 5 mm (soms ontbreken de kroonbladen). Er zijn 3 stijlen en meestal 3 (soms meer) meeldraden. De bloemstelen zijn kleverig beklierd.
Vruchten: Doosvrucht met 0,8 tot 1,4 mm grote zaden, meestal donker roodbruin. Vruchtstelen zijn afstaand of teruggeslagen. Zaden zijn langlevend (> 5 jaar) en tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
   
Biotoop: Zonnige tot licht beschaduwde, open plaatsen op droge tot vochtige, voedselrijke, met name stikstofrijke, vaak bemeste en omgewerkte grond.
Groeiplaatsen: Akkers, tuinen, wijngaarden, braakliggende grond, waterkanten (slootkanten), in goten, tussen straatstenen tegen huizen, ruderale plaatsen, heggen, boomgaarden, plantsoenen, grasland (pas gescheurd weiland en overbemest of stukgereden weiland) en bermen (bijv. open plaatsen langs verontreinigde sloten).
Verspreiding: Over de gehele wereld in gematigde streken. Ontbreekt in grote delen van de poolstreken en in woestijngebieden.
Algemeen: oorsponkelijk inheems, niet bedreigd
Informatie: Af en toe zie je planten met zwart gevlekte bladeren.

 

Er komen in de Benelux twee nauw verwante soorten voor waar vogelmuur veel op lijkt:

  • Duinvogelmuur (Stellaria pallida) groeit voornamelijk in het voorjaar en ziet er bleekgroen uit. Hij maakt een wat 'bespoten' indruk. De kroonbladen zijn vaak afwezig. De naam duinvogelmuur berust op de gedachte dat deze soort voornamelijk in de duinen voorkomt. Maar uit nader onderzoek is gebleken dat hij ook in het binnenland te vinden is en daar over het hoofd is gezien.
  • Heggevogelmuur (Stellaria neglecta) is forser dan vogelmuur, heeft grotere kroonbladen, tien meeldraden en de grootste zaden. De soort is eenvormig.

Bijzonderheden:

Guichelheil (Anagallis arvensis) en blauw guihelheil (Anagallis coerulea) lijkt veel op vogelmuur door ongeveer dezelfde groeiwijze, maar de bloemetjes zijn rood, respectievelijk blauw. Beide soorten zijn erg giftig, maar komen gelukkig niet zo vaak voor als vogelmuur.

De witte bloempjes van Vogelmuur staan de gehele dag open, terwijl de rode bloempjes van guichelheil (Anagallis arvensis) en de blauwe bloempjes van blauw guichelheil (Anagallis coerulea) allen maar open zijn gedurende de ochtend tot ongeveer 14.00 uur. Bij regenachtig en bewolkt weer gaan de bloempjes zelf niet open.

 

Terug naar Onkruiden; zaden, groen, vruchten en bessen voor vogels